S.Pellegrino in gesprek met Dimitri Roels, oprichter en eigenaar van Vlaamsch Broodhuys. "Alles wat we verkopen in Vlaamsch Broodhuys vind ik lekker, anders verkoop ik het niet. Thuis drink ik bijvoorbeeld S.Pellegrino en dat wil ik dat ook in de winkel op tafel.”
Als je altijd op zoek bent naar hét recept voor het beste brood ter wereld, dan ben je een meesterbroodbakker, Dimitri Roels, die als kleine Vlaamse jongen al bakker wilde worden, via de hotelschool achter de pannen in (drie!) sterrenzaken kroop en daar plots weer gegrepen werd door het fenomeen brood, is samen met zijn vrouw Diante sinds 1996 het geheim achter het Vlaamsch Broodhuys. Zij zijn de reden dat je brood nooit meer mag of wilt laten staan. We zetten onze tanden in deze ambachtelijke bakker, die met Diante en het Vlaamsch Broodhuys alle sterrenchefs van krakend verse broden voorziet.
Dimitri, wat is de magie van brood?
“Brood is een primaire levensbehoefte, het is echt een energiegever en het is heel smakelijk. Het heeft een lekkere textuur en daarom denk ik dat iedereen het over de hele wereld eet. Goed brood verbindt mensen aan tafel. Maar er is veel verschil tussen écht brood en fabrieksbrood. Mijn ideale brood is rond en weegt twee kilo en heeft een prachtige opengebarsten korst met een perfecte korst-kruimverhouding waarin het zuurdesem perfect gefermenteerd is.”
En wat staat er thuis op tafel?
“Daar staat ons eigen brood met echte roomboter. Beurre de baratte vind ik de allerlekkerste boter die er is. Zelf hebben we een Belgische boter met Frans zeezout. Ik mis hier de Vlaamse vleeswaren wel, de zure zult, een goede vleessalade of rosbief. De kwaliteit ligt in België veel hoger, daar geven ze ook meer geld uit aan eten, dat doen we in Nederland veel te weinig. Bij ons thuis op tafel staan vleeswaren, mooie kazen en een fles S.Pellegrino. De basis, maar wel van de beste kwaliteit. Inferieur, daar doen we niet aan. Ik heb het ook met kleding, als ik vroeger een truitje wilde kopen, dan wilde ik kasjmier. Nou, dan ben je aan de beurt. Maar ik kocht toen al liever één keer goed en dan twee of drie seizoenen niet.”
Jij bakt brood, maar wie staat er thuis achter de pannen?
“Ik kook altijd thuis, want Diante kan niet koken. Ze maakt weleens nasi en dat eten we dan als gezin wel op, maar wel met lange tanden. Dat is voor haar toch ook niet leuk.”
Het geheim van een goed huwelijk in brood?
“Uniek, hè? Ik ken nog een echtpaar dat zo samenwerkt, Jonnie en Thérèse Boer, die kennen we ook goed. Diante is mijn partner, maar ook mijn geliefde, ze is mijn vijand als je weleens ruzie maakt. Maar wij voelen ons elke dag gezegend. Diante denkt anders. Ik ben een paar stappen verder in een proces en dat flikker ik dan bij haar over de schutting, zodat ik door kan. Diante geeft aan alles structuur en als het een goed idee is, dan zetten we het uit.”
Even over die unieke, brosse korst van het Vlaamsch Broodhuys…
“In de keuken hoort een mooi stuk zuurdesembrood. Het laat zich goed toasten, je maakt er de lekkerste tosti’s mee, dat komt door het zuur. Daar krijg je zo’n goede, brosse korst van. Het is ook lekker als je het met olijfolie roostert.”
Waarom moest er een Baker’s Café plus, plus, plus komen?
“Onze droom was een plaats waar je ontbijt, luncht, drinkt of dineert wanneer jij wil. Dat zien we veranderen. Je eet wanneer het voor je ochtend of avond is. De grenzen van wanneer je eet vervagen. Mensen denken anders, werken anders en leven anders. Je hebt niet meer het vaste patroon van ontbijt, lunch en diner.”
Tip tussendoor van de redactie: Bij het Vlaamsch Broodhuys aan de Middenweg in Amsterdam eet en drink je van ’s morgens half negen tot ’s avonds tien.
Dit wíl je proeven bij het Vlaamsch Broodhuys, als jullie mogen kiezen?
“Een stuk rozijnenroggenbrood met een beetje gezouten roomboter, dat is een gebakje. Of voor de kaasfondue gewoon een baguetje, het mag wat droger zijn, want dan draait alles om de kaas. En dan een fondue savoyarde, dan haal je het brood eerst door de wijn en dan door de kaas.”
Als we het hebben over wijn en spijs…
“Bij brood drink je champagne of een mooi glas witte wijn, maar ik ben ook een bierdrinker. Ach, bij de vijf in de klok is alles geoorloofd.”
De trend in eten die mag verdwijnen
“Oef, ik denk food design. Het is leuk hoor, maar het mist de basis. Alles moet in vormpjes en het gaat niet meer om hoe het proeft, maar om hoe het eruit ziet. Kijk naar de poké bowl, de basis is geweldig, maar mensen gaan voor het gemak van de trend en dan wordt het een slap aftreksel. Met het Vlaamsch Broodhuys maken we dingen op maat, want we krijgen gekke vragen. Daar kan ik dan zelf mijn sausje over gooien. Zo heb je The Butcher, dat is een restaurant dat anders denkt. En dan krijg je dus de Martin Garrix Burger met ADE, op ons brood.”
Alles wat we verkopen vinden wij lekker
“De chocoladepasta komt van een bedrijfje uit Wallonië want ik ben geen chocoladepastamaker. Dat proefde ik en het moest in de winkel. Alles wat we verkopen vind ik lekker, anders verkoop ik het niet. Thuis drink ik S.Pellegrino en dat wil ik dat ook in de winkel op tafel.”
Conclusie: Even langs bij onze vrienden van het Vlaamsch Broodhuys voor het échte werk onder de broden. Pakken we ook meteen even die boter en chocoladepasta mee. Oh, en bestel ook nog zo’n rond brood voor in de vriezer, dan heb je altijd wat lekkers op tafel als iemand plots aanschuift. Flesje S.Pellegrino ernaast, mooie wijn open; gastvrijer gaat het niet worden.
Ontdek hier de locaties bij jou in de buurt om te genieten van dit meesterlijke brood.
Redactie: Adeline Mans van Amayzine
Foto’s: Imtiaz Willems